Interview
Als psycholoog-coach word ik om de zoveel tijd gevraagd of ik mee wil werken aan een schoolopdracht voor de student.
Martin vroeg me via een mail of hij me mocht interviewen hij had me gevonden via mijn website wat hem aansprak was dat ik ook bewust het roer had om gegooid in 2004. Dat maakte dat hij me graag wilde ontmoeten en interviewen, om te vragen hoe zich het allemaal ontwikkeld had en waar ik nu sta anno 2020.
Het bijdragen aan de ontwikkeling van coaches vind ik ook goed om te doen. We maakte een afspraak in mijn praktijk. Het interessante was dat ik bij het lezen van zijn naam dacht hé die naam komt me bekend voor en bedacht me dat hij me ooit al een keer had geinterviewd toen hij nog als journalist werkte. Ik zocht het stukje op en schreef hem wat leuk, je hebt me al eens geinterviewd in 2009. Ik mailde hem het artikel uit 2009 toe en maakte een afspraak voor het interview.
Twee weke later kreeg ik via mijn mail een mooi geschreven stukje en ik vond het een bijzonder goed geschreven stuk waarin ik me zelf ook herkende. Later mailde hij dat hij de hoogste beoordeling kreeg en dat deed me besluiten het te delen in mijn blog.
Dank je wel Martin voor dit mooie interview.
Met zijn goedkeuring zijn opdracht:
Martin Hermens Opdracht module 2
INTERVIEW MARK BOSCH
‘DAT ONTREGELEN LIGT MIJ WEL’
Zijn cliënten prijzen hem onder andere voor zijn persoonlijke benadering, humor en betrokkenheid. Sommigen noemen een traject bij hem ‘het mooiste cadeau van mijn leven’. Mark Bosch (1963) begon elf jaar geleden als coach en psycholoog in Arnhem. Zijn sessies kunnen intens zijn, want Bosch zoekt graag de confrontatie op. Dat rebelse zit in zijn karakter. Bosch haalt alles uit de kast om zijn cliënten verder te helpen. ,,Het gaat om afstemmen op die ander. Zie die ander voor wie hij is. Pas dan kan hij gaan groeien.’’
,,Eén van mijn eerste coachees was een timmerman’’, herinnert Mark Bosch zich. ,,Hij was overspannen en zag het niet meer zitten. Als tegenprestatie heeft hij een mooie kast voor mij gemaakt. Echt super. Ik zei voor de grap: doen we een vervolgtraject als ik nog een kast nodig heb?’’ Gek? Niet voor de Arnhemse coach en psycholoog Bosch. ,,Je moet het coachen niet voor niets doen, zelfs niet als je nog aan het oefenen bent’’, zegt hij stellig. ,,Dat is één van de eerste dingen die ik leerde: er moet altijd iets tegenover staan. Anders wordt het te vrijblijvend en komt die ander niet in beweging. En dat is nu juist wat je wilt.’’
Bosch gooide in 2005 het roer om. De jaren daarvoor was hij actief in de hulpverlening aan dak- en thuislozen en hielp hij mensen met een psychiatrische problematiek. ,,Ik kwam te veel op voor die doelgroep en daardoor heb ik nogal eens mijn ontslag gekregen. Ik kon in die tijd slecht omgaan met onrecht, sprong altijd meteen op de barricaden voor die mensen. Uiteindelijk kwam ik in contact met Frances Nijssen, een coach. Zij adviseerde om een supervisie-traject te doen. ‘Je zegt goede dingen, maar ze komen er soms rottig uit’, aldus Frances. Ik vond het zelf ook tijd om aan mijzelf te gaan werken.’’
Na dat traject koos hij voor een basisopleiding onorthodox coachen. ,Dat is de kunst van het ontregelen. Dat betekent dat je de confrontatie aangaat met je coachee. Die komt vaak binnen met een vraag waar een veel diepere vraag onderligt. Daar moet je goed op inzoomen voordat je die persoon kunt helpen. Dat ontregelen ligt mij wel; ik ben niet iemand die op de veilige weg blijft. Dus zet ik alle mogelijke middelen in om achter die échte vraag te komen.’’
LANGDURIG
In de praktijk ontdekte Bosch dat hij als coach niet altijd langdurige veranderingen bij zijn cliënten voor elkaar kreeg. ,,Kleine aanpassingen doen in je leven gaat een tijdje goed, maar mensen vallen snel terug in oud gedrag want dat is het makkelijkst. Dat vond ik jammer. Ik ging een studie toegepaste psychologie volgen: een brede opleiding die je leert hoe je mensen vanuit verschillende disciplines kunt aanzetten tot langdurig ander gedrag.’’
Een strikte grens tussen zijn rol als coach en die als psycholoog hanteert hij niet. ,,Ik werk meer en meer als contextueel therapeut en maak daarbij gebruik van de overeenkomsten van beide vakgebieden. Dan gaat het over mensen van A naar B brengen zodat ze zich fijner voelen en beter kunnen functioneren. Het viel me bij mijn coachees op dat er meestal een onderliggende problematiek was. Alleen coachen lost dat niet op. Juist de toegepaste psychologie geeft daarvoor veel handreikingen en goede oefeningen. Dat vind ik interessanter.’’
Een goed intakegesprek is cruciaal voor Bosch. ,,Ik zet daarbij zo breed mogelijk in. Want als je niet genoeg kennis over de coachee in huis hebt, wordt het ingewikkeld. Ik heb geleerd dat alles informatie is: hoe iemand binnenkomt, een hand geeft, praat en beweegt. Daarna stel ik mezelf de vraag: wat heeft deze persoon nodig? Wat is zijn vraag? En vooral: klopt die vraag? Ik maak een genogram, een soort van stamboom om al zijn relaties goed in beeld te krijgen. Tijdens het coachen gebruik ik ook veel oefeningen uit de positieve psychologie. Want een
Martin Hermens Opdracht module 2
oplossingsgerichte therapie zorgt voor een positieve mindset. Die helpt mensen om in beweging te komen.’’
Een enkele keer zegt hij ‘nee’ tegen iemand die bij hem aanklopt. ,,De gouden regel voor mij is: je kunt iemand niet verder brengen dan je zelf bent op dat moment. Je kunt heel veel willen, maar als jij als coach nog niet zo ver bent kun je iemand anders niet helpen. In dat geval moet je durven doorverwijzen naar een andere hulpverlener. Ik heb in het verleden cliënten naar een psycholoog of psychiater doorgestuurd. Dan ging ik mee om ervoor te zorgen dat ze daar écht gezien en gehoord werden. Ik leerde zelf ook van die psycholoog of psychiater. Met die kennis kon ik verder vanaf het punt waar ik met een cliënt was vastgelopen.’’
BALANS
Jezelf goed kennen ziet hij als de kern van een sterke coach. ,,Mijn voordeel is dat niets mij vreemd is. Ik heb mijn leven geleefd, ben niet zo gauw van slag. Je moet weten wie je bent en waar je vandaan komt. Je moet zonder oordelen kunnen kijken naar die ander en de juiste balans zien te vinden tussen afstand houden en nabij komen. Ben je bewust van je eigen rol als coach. Neem iemands leven niet over, ga niet invullen wat die ander allemaal moet gaan doen. Ik heb veel geleerd van de contextuele therapie. Daardoor kom ik tot een ander soort gesprekken en ben ik niet altijd meer aan het coachen.’’
Hij is zich bewust van zijn eigen valkuilen. Vooral van de grootste: onrecht. ,,Daar kon ik vroeger slecht mee omgaan. Dat lukt me nu beter omdat ik me heel goed besef dat de wereld niet rechtvaardig is. Soms wordt het ingewikkeld. Als ik merk dat de persoon tegenover mij veel onrecht op zijn bordje heeft gekregen, moet ik oppassen dat ik niet voor hem op de barricaden spring. Je zult je eigen thema’s moeten blijven onderzoeken, continu aan jezelf werken. Anders kom je er niet.’’
Voor Bosch was dat een lange weg. ,,Tijdens de eerste les onorthodox coachen kreeg ik feedback. Daar kon ik niet mee omgaan, ik werd er heel boos over. Ik kreeg als reactie: ‘Mark, als jij niet weet hoe feedback werkt, kun je niet verder’. Feedback krijgen is niet altijd fijn, maar ik probeer daar wel wat mee te doen. Dat vergt soms moed. Uiteindelijk ben ik minder vanuit destructief gedrag gaan handelen. Ik heb geleerd reflecterend te kijken naar mijn aandeel in het geheel. Ik was een felle donder, ja, maar ben milder geworden en nog maar zelden boos. Toch blijft onrecht blijft een trigger.’’
Dat harde werken aan zichzelf zorgt ervoor dat het verschijnsel overdracht en tegenoverdracht nauwelijks een stoorzender is in zijn coachingssessies. ,,Ik loop er zelden tegenaan’’, benadrukt hij. ,,Dat klinkt ijdel, maar ik weet hoe ik in elkaar zit. Je moet er wél goed op letten, want overdracht is er altijd. Dat wordt ook in de psychologie erkend. Het valt mij op dat het in de coachingsopleidingen echt een hot issue is. De toegepaste psychologie heeft mij geleerd de knop om te zetten. Die boosheid van vroeger heb ik niet meer nodig. Maar als een coachee heel erg in de weerstand zit, kan ik me daar goed iets bij voorstellen. Dat helpt mij om de boel onder controle te krijgen.’
Boeken zijn er vol geschreven over coachen. Bosch maakt het liever niet ingewikkelder dan het is. ,,Veel van die boeken staan zo vol taal, dat ik de weg kwijtraak. Marinka van Beek legt in ‘Leren coachen’ het werkmodel heel helder uit. In 178 bladzijdes, meer niet. Ik heb ooit een psychiater horen zeggen: ‘Het maakt niet uit wat je doet; als het helpt, helpt het. Iedereen verzint zijn eigen methodiek. Vaak denk ik: begin gewoon bij het begin. Het gaat om afstemmen op die ander. Zie die ander voor wie hij is. Pas dan kan hij gaan groeien.’’
Dat merkte Bosch ook bij de timmerman uit het begin van dit verhaal. ,,Hij heeft nog een tweede kast voor mij gemaakt, want er kwam inderdaad een vervolgtraject. De timmerman was opnieuw vastgelopen. Het gebeurt vaker dat er een nieuwe vraag naar bovenkomt. Ik heb toen geleerd hoe mooi het is als je mensen weer ziet opbloeien.’’
Artikel uit de Gelderlander